AVV: de democratische vakbond

AVV presenteert pensioenstudie detailhandel

AVV heeft een studie laten verrichten voor een nieuwe pensioenregeling in de detailhandel uitgevoerd door het BPF (BPFD). Deze sector karakteriseert zich door een groot aantal korte dienstverbanden.

De huidige DB-regelingen, toch al achterhaald door stijgende levensverwachtingen, dalende instroom als gevolg van andere arbeidspatronen, achterwegenblijvende indexatie door onder andere te lage premies en in veel sectoren te risicovol beleggingsbeleid resulterend in dreigende kortingen, zijn in deze sector nog minder passend dan elders. De studie neemt dan ook logischerwijs een DC-regeling als uitgangspunt, met een leeftijdsonafhankelijke premie en life-cycle gebaseerd beleggingsbeleid, die voor de hele sector detailhandel zou moeten gaan gelden. Deze opzet past goed binnen het pensioenakkoord. Voor een aantal deelnemers (‘maatmensen’ in het jargon) zijn drie scenario’s doorgerekend: slecht weer, verwacht weer, goed weer [1]. We hebben er verder voor gekozen de uitgangspunten zoveel mogelijk te laten aansluiten bij de realiteit. Zo sluit de gebruikte premiehoogte aan bij de huidige. Voor het modelleren van de lifecycle hebben we er een gekozen die op de markt gangbaar is en die vanaf tien jaar voor pensioendatum het opgebouwde vermogen omzet in een pensioenaanspraak. Van de gangbare lifecycles hebben we er een gekozen die zo veel mogelijk aansluit bij het algemene beleggingsbeleid van het Bedrijfstakpensioenfonds Detailhandel (BPFD): een zogeheten defensieve lifecycle [2]. Voor de gebruikte economische scenarioset hebben we regelgeving en vergelijkbaarheid zwaarder laten wegen dan de realiteit en de gangbare van DNB gebruikt.

Resultaten

De uitkomsten worden vergeleken met de verwachtingen in de huidige DB-regeling. De berekeningen maken kwantitatief zichtbaar wat in alle gevallen kwalitatitef sowieso verwacht wordt, namelijk:

1. De dekkingsgraad van het bedrijfstakpensioenfonds Detailhandel stijgt fors in het verwachte weer-scenario (en wel van ca 100% naar circa 215%), conform verwachting vanwege de in de DNB scenarioset gebruikte optimistische verwachtingswaarden.
2. Jongere deelnemers gaan er in verwacht- en in goed weer-scenario’s op vooruit ten opzichte van de huidige DB-regeling, aangezien de doorsneesystematiek en daarmee de subsidiesolidariteit van jong naar oud verdwenen is.
3. Bijna-gepensioneerde deelnemers gaan er naar in verwacht weer op achteruit ten opzichte van de huidige DB-regeling, vanwege het omgekeerde effect.
4. In slecht weer-scenario’s gaan alle deelnemers er op achteruit ten opzichte van de huidige DB-regeling. De getoonde resultaten zijn evenwel vertekend in het voordeel van de huidige DB-regeling, omdat in de meeste slecht-weer scenario’s de dekkingsgraad (van BPFD) laag is en een korting van de aanspraken en uitkeringen dreigt.
Voor bovenstaande conclusies hadden we strikt genomen geen studie hoeven laten doen, anders dan voor het kwantitatief inzichtelijk maken van reeds vooraf duidelijke kwalitatieve conclusies.
5. In 57% van de scenario’s geeft de voorgestelde DC-regeling hogere resultaten dan de huidige DB-regeling.

Vervolgens zijn twee vernieuwende elementen toegevoegd, een in de opbouwfase en een in de uitkeringsfase.

Dynamische lifecycle

Ten eerste, een dynamische lifecycle in de opbouwfase. Deze zet het opgebouwde vermogen niet volgens een vooraf vastgelegd tijdschema om in een aanspraak, maar op basis van een vooraf vastgesteld pensioen-doel. Ook hier wilden we zo dicht mogelijk blijven bij in de markt aanwezige producten. De keus is gevallen op het incorporeren van Klikpensioen in de gemodelleerde pensioenregeling. Meer weten over KlikPensioen.
De aanvullende conclusies luiden als volgt, waarbij we voor het onderscheid de bovenstaande DC-regeling omdopen tot statische lifecycle. Ook hier geven we weer eerst de conclusies, die ook zonder berekeningen duidelijk zouden zijn.

1. De dynamische lifecycle laat globaal hetzelfde beeld zien als de statische lifecycle.
2. De extreme uitslagen worden enigszins gemitigeerd: in het algemeen presteert de dynamische lifecycle beter dan de statische in slecht en verwacht weer, en minder goed in goed weer.
De resultaten van de berekeningen leiden tot het volgende inzicht:
3. In 72% van de scenario’s geeft de voorgestelde dynamische lifecycle hogere resultaten dan de huidige DB-regeling.
4. In 82% van de scenario’s geeft de voorgestelde dynamische lifecycle betere resultaten dan de statische lifecycle.

Naar variabele en toch stabiele uitkeringen

Ten tweede, een bestaande methode om variabele levenslange uitkeringen zo stabiel en hoog mogelijk te houden conform een vooraf vastgestelde methodiek. Ook hier wilden we zo dicht mogelijk blijven bij in de markt aanwezige producten. De keus is gevallen op het Retirement Enhancement Trust (RET) zoals ontwikkeld door Milliman. Meer lezen over Retirement Enhancement Trust.

Bij RET wordt een beoogd rendement vastgesteld. Dit kan indien gewenst op individueel niveau gebeuren. Vervolgens wordt het hierbij behorende uitkeringsbedrag berekend. De uitkeringen zijn afhankelijk van de beleggingsresultaten, hetgeen betekent dat de startuitkering niet gegarandeerd is. Hierbij geldt: hoe hoger het beoogd rendement wordt gekozen, hoe hoger de startuitkering maar ook hoe volatieler de vervolguitkering. Bij een verwacht rendement van 0% ligt de startuitkering enigszins lager dan die van een niet-geïndexeerde annuïteit, bij hogere beoogde rendementen ligt die hoger.

De kans op indexeren is evenwel groter dan bij een niet-geïndexeerde annuïteit en ook dan in de huidige DB-regeling. RET kent een effect analoog aan inhaalindexaties (afwezig in de huidige DB-regeling bij BPFD). Toepassen van RET leidt tot redelijk stabiele uitkomsten, waarbij directer van meevallende rendementen wordt geprofiteerd.
De berekeningen van RET zijn niet geïntegreerd in de eerdere berekeningen, maar opgenomen als indicatie.

De (uitgebreide) samenvatting van de pensioenstudie inkijken of downloaden.
Presentatie bij de pensioenstudie inzien of downloaden.
Voor verdere vragen maile men aan Martin Pikaart.

_______________________

[1] Feitelijk zijn er 2.000 scenario’s doorgerekend en drie gepresenteerd.
[2] Overigens lijken ook gangbare als defensief betitelde lifecycles offensiever dan het beleggingsbeleid dan dat van het Bedrijfstakpensioenfonds Detailhandel.

16 juni 2020

© 2017 AVV - PrivacyDisclaimer

Verenigingenweb
Cancel