AVV: de democratische vakbond

Kunsteducatie en de nieuwe WAB wetgeving

Kunsteducatie

Per 1-1-2020 gaat de WAB in. De WAB is een wet die wijzigingen aanbrengt in het huidige arbeidsrecht. Hieronder staat een aantal gevolgen beschreven van die wijzigingen.

Definitie oproepcontracten

Onder de nieuwe wettelijke definitie van oproepcontracten vallen:

  • Nuluren-contract
  • Min-max contract
  • Uitzendcontract

Dat betekent dat voor deze contracten de volgende kernpunten gelden:

  • Werkgever is verplicht oproepkracht minimaal vier dagen van tevoren schriftelijk of elektronisch op te roepen
  • Verkorting vier dagen bij cao mogelijk tot minimaal 24 uur
  • Bij de oproep moet werkgever aangeven op welke tijdstippen er gewerkt moet worden (verwijzing naar een rooster ‘ergens’ is onvoldoende).
  • Weigeren mag, als de werkgever niet juist oproept
  • Vergoeding na annulering of wijziging tijdstippen over oorspronkelijke oproep

Dit heeft waarschijnlijk niet direct grote gevolgen voor de werkwijze met oproepcontacten binnen kunsteducatie maar het onderstaande wel:

Minimaal 3 uur loon per oproep:

Werknemer heeft bij elke oproep recht op minimaal drie uur loon als:

  1. De overeengekomen arbeidsduur minder is dan 15 uur per week en de tijdstippen waarop gewerkt moet worden niet zijn vastgelegd, of
  2. Er sprake is van een oproepovereenkomst.

Dit betekent dat als je een werknemer met een oproepcontract laat komen voor een vergadering, een enkele les op een school, een workshop of als iemand weinig leerlingen heeft, recht heeft op 3 uur loon ook al duren de feitelijke werkzaamheden korter.

Hoogte WW premie:

Hoogte WW-premie wordt afhankelijk van de vorm van het arbeidscontract:

Lage premie voor werknemers met een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd niet zijnde een oproepovereenkomst. Vast contract: lage WW-premie

Hoge premie: alle andere contracten, bv. nulurencontracten, min-max contracten, uitzendcontracten en tijdelijke arbeidscontracten. Flexibel contract: hoge WW-premie 

Dat betekent dat voor elke werknemer met een min-max contract een hogere WW-premie moet worden betaald. Het verschil zal 5% worden. De minister van SZW bepaalt jaarlijks de hoogte van de premie. Op Prinsjesdag is bekendgemaakt dat voor 2020 de lage premie 2,94% wordt en de hoge premie 7,94.

Aanbod vaste arbeidsomvang:

  • Vanaf 1 januari moeten oproepkrachten die langer dan 12 maanden in dienst zijn, een aanbod krijgen voor een vast aantal uren (‘vastklikregeling’).
  • Voor de berekening van de periode van 12 maanden worden arbeidsovereenkomsten die elkaar met tussenpozen van maximaal 6 maanden hebben opgevolgd, samengeteld.
  • Het aanbod voor de vaste arbeidsomvang moet minimaal gelijk zijn aan de gemiddelde omvang van de arbeid in de voorgaande periode van 12 maanden (alle verloonde uren, dus ook ziekte en vakantie).
  • Werknemer krijgt 1 maand de tijd om het voorstel te aanvaarden.
  • De werkgever is niet verplicht om een nieuw arbeidscontract aan te bieden of het bestaande contract te verlengen.
  • Als de werkgever geen aanbod doet, heeft de werknemer recht op het niet-genoten loon vanaf het moment waarop de werkgever uiterlijk zijn aanbod had moeten doen.
  • Als de werknemer het aanbod accepteert, is er geen sprake meer van een oproepovereenkomst (want wordt een vast aantal uren).
  • Werkgever moet oproepkrachten die op 1 januari 2020 langer dan 12 maanden in dienst zijn, uiterlijk op 1 februari 2020 een aanbod doen voor een vaste urenomvang.

Waar krijgen werkgevers mee te maken:

  • Startdata en afloop van alle oproepcontracten moeten in kaart worden gebracht om vast te stellen op welk moment het aanbod voor een vaste arbeidsomvang gedaan moet worden.
  • Voor elk oproepcontract moet worden bekeken of het contract verlengd gaat worden.
  • Ruim voor het aanbod voor vaste urenomvang moet worden berekend wat de gemiddelde urenomvang in de afgelopen 12 maanden is geweest.
  • Vraag: blijven werkgevers nog met oproepkrachten zoals min/max contracten werken?

Er verandert nog veel meer zoals de berekening van de hoogte van de transitievergoeding en het verrekenen van scholingskosten met een transitievergoeding. Zo heb je recht op een transitievergoeding vanaf het moment dat je gaat werken, zelfs in een proeftijd en bij tijdelijke contacten als het ontslag op initiatief van de werkgever is. Voor werknemers met een lang dienstverband wordt de transitievergoeding een stuk lager.

Ook de ketenregeling is aan verandering onderhevig maar daar hebben we in onze cao al een afspraak over gemaakt en die past binnen de kaders van de nieuwe wet.

 

Voor verdere vragen:

Valérie Rijckmans vrijckmans@avv.nu

Michelle Rijntjes mrijntjes@avv.nu

29 november 2019

© 2017 AVV - PrivacyDisclaimer

Verenigingenweb
Cancel